Geschiedenis - Walem

Walem is voor velen gekend om de paddenstoelachtige watertoren, terwijl anderen de plek kennen vanwege de waterskiclub of de visvijver. Maar de Mechelse deelgemeente heeft en kent ook een zeer rijke geschiedenis. Op het einde van 12de eeuw duikt Walem voor het eerst op in geschreven bronnen.

De naam Walem wijst op bewoning van de Frankische landname tussen de 5de en de 8ste eeuw en zou in oorsprong dus ontleed kunnen zijn aan de toenmalige familie Whaelem die in wat toen Whaelem was verschillende eigendommen bezat. Later veranderde de naam van de gemeente in Walem.

Walem was ooit groot en belangrijk. In de late middeleeuwen maakten de Walemnaars gedurende een korte periode zelfs gebruik van hun eigen munt. Bovendien maakte Walem geen deel uit van de heerlijkheid Mechelen, in tegenstelling tot enkele andere Mechelse deelgemeenten. Walem was ooit in eigendom van de Berthouders, heren van het Land Mechelen. In de 13de eeuw was Walem erkend als gemeente met een eigen schependom. 200 jaar nadien telde het grondgebied meer dan 2.000 inwoners. Walem werd later echter geteisterd door een verschrikkelijke brand, geplunderd en verwoest. Vele woningen verdwenen tijdens deze periode.

De ligging langs de Nete en Dijle zorgde de volgende jaren toch voor welvaart door passage en handel. De abdij van Roosendael had eveneens een versterkende invloed op het dorp. Daarnaast kende Walem in de 14de en 15de eeuw een bloeiende textielindustrie.

Een donkere bladzijde uit de geschiedenis van Walem is de Eerste Wereldoorlog. In september 1914 verstevigden de Duitsers hun greep op Mechelen en het platteland errond. Tegen het einde van die maand waren enkel de noordelijke delen van Mechelen, waaronder Walem, nog in Belgische handen. De Duitsers gaven echter niet op en sloegen slag op het fort van Walem. Bijna geen enkel ander fort draagt zulke zichtbare sporen van de ongelijke strijd tussen het Duitse en Belgische leger in september 1914.

Ook het water is een grote vijand van Walem geweest. Een specifieke gebeurtenis staat nog op enkele bewoners hun geheugen gebrandmerkt: de grote overstromingen en wilde stormnacht van 1976, de Dijlebreuk. Vee werd losgelaten, tractors verschoven door de sterke stroming en het water was verschrikkelijk koud. Walem werd volledig van de kaart geveegd. Slechts drie gebouwen stonden nog recht, namelijk de kerk, het klooster en één huis.

Over water gesproken, de Walembrug is ook belangrijk geweest in de Walemse geschiedenis. Hier is aan gevochten geweest tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van België tegen de Nederlandse koning Willem I. De brug was één van de weinige oversteekplaatsen van de Nete en maakt deel uit van de oude verbinding Mechelen-Antwerpen. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er doorheen de eeuwen meermaals slag om geleverd is.

Walembrug 1931 - ‘© Regionale Beeldbank – Stadsarchief Mechelen

Kortom, Walem heeft heel wat meegemaakt en doorstaan, maar nu kunnen de inwoners genieten van de rust en positieve verhalen neerschrijven.

Bronnen: dorpsbewoners - heemkundewalem.bemechelen.mapt.bestadsarchief.mechelen.be